Route oude dorp
Deze route loopt door het oude centrum van Uithoorn en door de eerste naoorlogse uitbreidingen in de wijk Thamerdal, die rond 1950 tot stand zijn gebracht. U komt langs verschillende monumentale bomen en ervaart tevens een verrassende variatie. Op bijgaande foto ziet u de oude dorpskern met de St Jan de Doperkerk aan de Schans waarachter u kunt parkeren in de Schoolstraat. Verder ziet u de Lange Brug (verdwenen) en links daarvan de oude binnenhaven van Uithoorn, die gedempt is voor de aanleg van de Irenebrug.
Luchtfoto van Uithoorn, ca. 1930-1940. Collectie Historisch Archief Haarlemmermeer, Noord-Hollands Archief
Start: parkeerterrein Schoolstraat achter winkelcentrum Amstelplein
Afstand: 3 km
Tijdsduur: 1 uur
Bekijk het overzichtskaartje op afstandmeten.nl.
Deze wandeling is tot de treden bij het oversteken van de Koningin Maximalaan geschikt voor rolstoelen. U kunt teruglopen via de Christinalaan, rechtsaf bij de rotonde en daar de Koningin Maximalaan oversteken. U mist dan het stukje Zijdelveld en de oude begraafplaats, maar pakt de route weer op bij het winkelcentrum Amstelplein.
We starten op het parkeerterrein van de Schoolstraat. We staan hier op het oudste stukje van Uithoorn. Het deel van het Zijdelmeer is hier gedempt en de sluis (met enkele ophaalbrug) is verdwenen. Die stond ongeveer waar nu het ronde appartementengebouw is gebouwd. Het Rechthuis, nu een restaurant, is tot op heden blijven bestaan en links van het Rechthuis was de Lange Brug. De straat aan de linkerzijde is de Schans. Hier had men tijdens het rampjaar van 1672 een schans gemaakt tegen de oprukkende Franse legers. Deze straat schrijft dus een lange geschiedenis.
zilverlinde
Op het parkeerterrein (1) staan zilverlindes. De bladeren van zilverlindes zijn van onderen wit behaard. De bloemen bevatten veel honing, maar hommels kunnen ervan bedwelmd raken. Dichterbij de waterkant naast de Herbergh staat een oudere boom, een Hollandse linde. Die heeft veel opslag aan de voet van de stam, wat kenmerkend is voor deze boom. Op het grasveldje staan verder een zwarte els en een jonge witte paardenkastanje. Die laatste is niet in erg goede staat. Voor het Rechthuis staan twee olijfbomen aan weerszijden van de ingang. Met onze zachte winters van tegenwoordig kunnen ze ook in Nederland overleven, maar bij strenge vorst zullen ze beschut moeten worden.
We gaan links langs het Rechthuis. Langs de huizen staan vuurdoorns; ze zijn gesnoeid maar in ongesnoeide vorm bloeien ze mooi en dragen bessen. Ze zijn heel geschikt om muren te bedekken en hoeven daarbij niet ondersteund te worden. De bessen worden gegeten door vogels en die kunnen in oudere struiken een nest maken. Links van ons is een mooie haag van beuk.
gewone es
Voor ons zien we nog zowel aan deze kant als aan de overkant van de Amstel de bruggenhoofden van de oude Lange Brug. Links staat hier een gewone es met heel veel vruchten. De vruchten zijn gevleugelde nootjes die in bundels aan de boom hangen. Ook hier is de dracht overvloedig, zo overvloedig dat de boom met vruchten al vroeg geel wordt en uitgeput raakt. Bij essen zijn er drie soorten bomen: bomen met alleen mannelijke meeldraadbloemen, bomen met alleen vrouwelijke stamperbloemen en bomen die beide bloemen dragen. Alleen de bomen met vrouwelijke bloemen dragen vruchten.
gewone vlier
Verder is hier te herkennen de peterselievlier. Dat is een variant van de gewone vlier maar dan met extra diep ingesneden blad. De gewone vlier staat hier trouwens ook tussen de struiken. U ziet hier verder de veldesdoorn: deze esdoorn heeft kleinere bladeren dan de meeste andere esdoorns, maar de bladeren staan nog steeds tegenover elkaar. U loopt onder een grote treurwilg door. Deze zult u in het dorp veel vaker tegenkomen en dan kunt u die beter bekijken.
beuk
Net voor de brug staat een volwassen beuk, nu uitgegroeid tot een grote volwassen boom. Meteen na de vruchtzetting groeien de bolsters van de beukennootjes snel, maar moeten de nootjes in de bolsters nog verder rijpen. In juli al liggen bij een zwaar mastjaar veel nog lege beukennapjes op de grond. Het knispert hier dan onder je voeten.
We nemen de onderdoorgang (2) onder de Irenebrug. In het water zwemmen hier eenden en meerkoeten en in het voorjaar vindt u hier vaak een nest op het water. Na de brug ziet u een roos en een rode kornoelje aan de muur hangen. Beide struiken dragen ongeveer vanaf september bessen: de roos rode kleine rozenbottels en de kornoelje zwarte bessen in platte tuilen. Ook komt u langs een gewone esdoorn en een rode noordse esdoorn op de hoek bij het hekje. Rechts staat een grote treurwilg.
De huizen in de Amstelstraat hebben geen voortuintje, maar enkele huizen hebben wel een geveltuintje gemaakt waar een vaste plant of kleine struikje groeit. Aan het eind van de straat staat bij een oprit een bolvormige trompetboom.
We gaan rechtsaf de Dorpsstraat in en nemen de Prinses Irenestraat links. Op de tegenoverliggende hoek staat een mooi uitgegroeide bruine beuk en een veldesdoorn. Bij de parkeerplaats staan kleinbladige lindes.
kleinbladige linde
U komt nu bij het Oranjepark (3). Dit parkje is het oudste parkje van Uithoorn en er staan veel monumentale bomen. Tot ongeveer 1940 bestond Uithoorn vooral uit eenzijdige bebouwing langs de Amstel en een zeer kleine dorpskern met de Schans en de Amstelstraat als zijstraten op het hoofdpatroon van de lintbebouwing. De Oranjebuurt is rond 1938 de eerste kleine uitbreiding. We gaan het Oranjepark door van linksvoor naar linksachter via het slingerende pad.
moerascipres
Bij de ingang staat een mooie grote moerascipres. De moerascipres is een bladverliezende naaldboom. De takjes met naalden staan schots en scheef aan de tak. Ze vallen in zijn geheel af in het najaar. Ook vindt u hier drie lindebomen. Even verderop staat een Perzisch ijzerhout, een grote struik met ovale bladeren waarvan het breedste gedeelte boven het midden zit. Links valt een nog jonge conifeer op met hangende takken. Hij staat er erg treurig bij, maar dat is juist zijn schoonheid. Het is een nootkacipres; deze boom heeft van nature al hangende toppen, maar dit is een doorgekweekte vorm met extreem hangende takken.
Over de verwantschap van deze boom zijn de wetenschappers het niet eens, want sommige delen hem in bij de cipressen. U weet wel: die hoogopgaande bomen uit Zuid Europa met kleine kegeltjes, die bij ons niet winterhard zijn. De nootkacipres is afkomstig uit Noord Amerika en is goed winterhard. Er is een boomband onderin in de stam ingegroeid. Iets verder rechts staat een gewone esdoorn.
gewone esdoorn
En dan komen we bij de grand lady van dit parkje, een heel grote Japanse sierkers, Prunus serrulata ‘Kanzan’. Dit is een van de bekendste variëteiten van de Japanse sierkers en ook de meest aangeplante. Van nature groeit ze uit tot een struikvormige boom. Hier staat zij duidelijk op een onderstam, gezien die dikke overgang bovenaan de rechte stam. Boven de entplaats groeien vele dikke zijtakken uit een punt. Het is met recht een monumentale boom en zij stamt van de eerste aanleg van het park. Eind april, begin mei bloeit deze boom uitbundig met allemaal roze dubbel gevulde bloemen. Jammer alleen dat de bloei zo kort duurt.
Aan de overkant van de straat staat een oude witte paardenkastanje met een kenmerkende gedraaide stam. Oude bomen hebben dat vaker en vooral paardenkastanjes zijn daarvan een goed voorbeeld. De draaiing is met het zonlicht mee. Rechts in het park ziet u een aantal hulstbomen staan; zij hebben wintergroen blad met stekels en in het najaar rode bessen. U herkent ze wel van de kerststukjes.
scherpe hulst
gewone vleugelnoot
Aan het eind van het pad staat de tweede imposante boom van het park: een grote gewone vleugelnoot. De boom heeft geveerd blad net als de bekende es, maar deze heeft veel meer bladjukken aan de hoofdnerf zitten. Hij bloeit met lange hangende katjes die ook in vrucht als slierten blijven hangen. Hij groeit goed op veengrond en wordt in Amsterdam veel aangeplant als park- en soms straatboom. Gezien de boomkroon die breed uitgroeit heeft hij wel de ruimte nodig. Rechts ervan ziet u hier een boom met grof blad en een afschilferende schors. Het is de boomhazelaar. De noten zitten bij deze boom verborgen in gefranjerde napjes. Vanaf september kunt u die onder de boom vinden.
Over de brug zien we een zomereik. Het is een van de twee inheemse eikensoorten in ons land. Hij is te herkennen aan de bladeren met een korte bladsteel en de eikeltjes op een lange steel. De eikels vallen in het najaar massaal op de grond, sommige zijn vervormd en hebben een onregelmatige bultige gal. Het zijn knoppergallen, die gevormd worden door de boom als gevolg van een eileg door een galwespje. In de gal leven de larven van het wespje. De struik bij de straat is een Japanse sneeuwbal.
En dan komt u weer bij een bijzondere boom, er staat zelfs een hekje omheen. Het is een Koningslinde. Lindebomen worden (werden) in Nederland vaak geplant als schutsboom van een dorp en vanaf 1870 ook om belangrijke data van het koninklijk huis te markeren , zoals kroning en geboortes. Er wordt gekozen voor linden omdat ze erg oud kunnen worden en omdat linden en mensen sterk met elkaar zijn verbonden. De Hollandse linde heeft veel positieve eigenschappen waar mensen al eeuwen gebruik van maken: loofvoer voor het vee, in de heelkunde, in de bijenteelt en als vezel-, hout- en houtskoolleverancier. Deze boom is geplant, zoals het hekje laat zien, bij de kroning van koningin Beatrix in 1980.
gewone vlier
Rechts bij het gebouw staat een heel groot uitgegroeide gewone vlier. Deze struik had veel gebruikswaarden en stond vroeger graag op overgeschoten hoekjes bij boerderijen. De geur van fijngewreven bladeren is zo kenmerkend en dieren mijden daarom de struik vaak. Ook is de struik een goed middel om vliegen en andere insecten op afstand te houden. Het groen is licht giftig. Zowel de witte schermvormige tuilen als de bessen worden gebruikt om er drankjes of jam van te maken. Ook worden de schermen wel gebruikt in pannenkoeken. Volgens een Germaans volksgeloof beschermt de vlier tegen blikseminslag en brand. Het gebouwtje dat hier staat diende als de allereerste bibliotheek van Uithoorn. Als we het park verlaten zien we nog een zuilvormige zomereik.
amberboom
Bij de Emmalaan (4) gaan we linksaf. Op de hoek staat een witte paardenkastanje. In de groenstrook staan een treurwilg, twee Atlasceders en een aantal amberbomen. Die laatste hebben handvormig blad, waarbij de nerven voortkomen uit een punt aan de bladvoet. Ze lijken daarmee op esdoornblad, maar daar staan de bladeren tegenover elkaar aan de tak. Hier staan ze verspreid. Kijkt u ook eens of u de kenmerkende vruchten aan de boom ziet hangen. Ook staat er nog een zachte berk en een grootbladige els. Die laatste herkent u aan de elzenproppen, de vruchtkatjes, die in de boom hangen en het grote ovale blad.
We steken de straat over en gaan na het bruggetje rechts. U kunt even de treden af naar het water: er staat o.a. krabbenscheer, waterzuring en wolfspoot. De krabbenscheer drijft in het water en heeft spitse bladeren in een rozet. In juli bloeit de plant met witte bloemen. Onder de bloemen zitten twee schutbladen die lijken op de schaar van een krab.
Het water is de ringsloot tussen het oude bovenland en de verveende polder Thamerbinnenpolder. De strook langs de Amstel met een hogere waterstand is nooit verveend; we zien dat overal langs de oude veenrivieren in ons Groene Hart van Noord- en Zuid-Holland. Verder van de rivier lag een dik veenpakket dat kon worden afgestoken, gedroogd en verkocht als turf om te branden in de kachels en stoven in de groeiende steden zoals Amsterdam.
Begin zeventiende eeuw verdienden zo’n 250 turfgravers in Thamen, Uithoorn, De Kwakel en Kudelstaart – een kwart van het aantal inwoners – hun brood met de vervening. Gevolg was wel dat grote stukken weiland veranderden in plassen, sloten zich verbreedden en meren alsmaar groter werden. De Thamerbinnenpolder werd rond 1850 weer drooggelegd en dit land werd allengs opnieuw landbouwgebied, maar nu met een kleibodem.
Tussen nummer 28 en 28A aan de Thamerweg (5) gaat u het voetpad naar beneden af. U weet dat u nu afdaalt in de oude droogmakerij en u komt uit in de wijk Thamerdal. Rechts komt een vijg boven de schutting uit. Links staat een Kaukasische spar met korte stevige naalden rondom de tak en kleine hangende kegels. Na hekjes staat een oude gewone plataan.
We komen uit in de Admiraal Tromplaan. Aan de overkant staat een eenbladige es. Dit is een variëteit van de gewone es, die geveerd blad heeft. Deze boom heeft aan elke bladsteel duidelijk één blad dat soms vreemd gelobd is. In de boom hangen de kenmerkende gallen van de essengalmijt.
We gaan linksaf en nemen meteen het voetpad rechts. Op de hoek staat een gewone es met vrouwelijke bloemen die in de zomer uitgroeien tot vruchtjes met vleugeltjes. Ertussen herkent u ook nog de mannelijke bloeiwijze, waarop vaak de kenmerkende gallen worden gevormd. Een zware dracht van vruchtjes put de boom uit en in zo’n geval verkleuren de bladeren van de boom al vroeg in het jaar geel. We gaan onder de gewone plataan door. Rechts staat een zuilvormige iep. In de groenstrook herkent u verder zwarte els, rode kornoelje en veldesdoorn. Ook staat hier veel opslag van de es. We komen langs een voetbalterreintje en het vernieuwde buurthuis Ponderosa.
De wijk, waar u nu bent is het Thamerdal. Hij is ontworpen door Wieger Bruin met de tuinstad-gedachte en vanaf 1950 aangelegd. Na de slechte woonomstandigheden van fabrieksarbeiders in de afgelopen decennia wilde men de mensen kunnen huisvesten in een groene omgeving met werkgelegenheid in de nabijheid. Uithoorn ontwikkelde zich in die tijd van puur agrarisch dorp naar een dorp met meer industrie. Deze wijk was na aanleg zeer modern: de open voortuinen (zonder heggen en hekjes) waren nieuw en gaven de wijk zelfs internationaal bekendheid. Momenteel worden de huizen hier gerenoveerd en dat levert soms een verwaarloosde aanblik op van de eens zo moderne wijk.
Aan het eind van het pad staat rechts weer een Prunus ‘Kanzan’ met een vergelijkbaar boom silhouet als die u al eerder tegenkwam in het Oranjepark. U gaat hier linksaf. Rechts langs het wijkzorggebouw staan essen met heel klein blad. Het is de smalbladige es. Die herkent u het best aan zijn bruine knoppen. De gewone es komt het meest voor en is te herkennen aan de zwarte knoppen. Op geschikte plekken zaait hij zichzelf uit. U gaat rechtdoor, maar kijkt u wel even naar rechts bij het parkeerterrein. Daar staat een imposante gewone plataan. Wat een dikke stam heeft deze boom! Hij draagt vruchtjes in vruchthoofdjes met meestal twee tot maximaal vier balletjes aan een stengeltje.
gewone plataan
We steken over en vervolgen het voetpad. Links is nog een smalbladige es, maar sterk geknot en rechts eveneens, maar daar is niet veel meer van over. Eigenlijk staat alleen de stam nog en die is aangetast door een zwam. We gaan rechtsaf de Christinalaan op.
De Christinalaan (6) is ruim met voor de huizen links een brede groenstrook. We zien enkele Libanonceders, zowel jonge bomen als nog een paar oudere bomen. Bij de volwassen bomen kunnen we het kenmerkende silhouet bewonderen van de Libanonceder met de afgeplatte kroon. De Atlasceder heeft een stam die bijna onvertakt doorloopt tot de bovenzijde van de kroon en bij de Libanonceder vertakt de stam al snel in enkele zware opgaande zijtakken die bovenin plat afvlakken.
grauwe abeel
Ook staat hier een andere monumentale boom: de grauwe abeel. Dit is een populierensoort met een grijswitte schors en verticale streepjes, de lenticellen, op de stam. Het blad is langwerpig ovaal met een golvende bladrand. Daarmee onderscheidt hij zich van de witte abeel die gelobd blad heeft. Net als bij populieren ritselt het blad als er wind door de kroon blaast. Blijft u eens onder de boom staan en luister maar. Vroeger vergeleek men het ritselen met het geroezemoes van het volk -vandaar de wetenschappelijke naam Populus.
Op de hoek van de straat met de Admiraal van Ghentlaan staat een Westerse levensboom. Als u goed kijkt, vindt u aan de boom kleine flesvormige kegeltjes.
Aan de overzijde bij de entree van de school staan nog twee monumentale bomen. De hoogste boom is een moerascipres. Als u van onderaf de bladeren bekijkt ziet u dat de bladeren schots en scheef op de takken staan. Eronder staat een grote struikvormige boom met takken waar de jeugd gretig in klimt. Het is een Japanse wilde appel. Hij bloeit in het voorjaar met lichtroze bloemen, die verbloeien naar wit. In het najaar draagt deze boom kleine appeltjes. Voorts staan hier nog een scherpe hulst en een gewone vlier.
smalbladige es
We gaan verder langs het water van de Admiraal van Ghentlaan (7). Aan de overkant bij het advocatenkantoor staat nog een smalbladige es op onderstam. Deze onderstam loopt uit en dan is hij te herkennen als gewone es. Hier is goed het verschil in knopkleur te zien: bruine knoppen voor de smalbladige en zwarte knoppen voor de gewone es. Het komt vaak voor dat bomen worden geënt op verwante soorten om de eigenschappen van de boom aan te passen aan onze wensen. We hebben het dan over groeisnelheid, vruchtdracht, ziektebestendigheid enz.
In de tuin ernaast staat een Amerikaanse vogelkers, waarschijnlijk een tuinvariëteit. In het wild wordt deze soort als invasief beschouwd en natuurbeschermers zien hem niet graag komen. Maar het is een mooie struik met witte bloemen in het voorjaar en bessen in het najaar. Ernaast staat een Japanse esdoorn met fijn ingesneden blad. Deze struiken groeien langzaam, maar zijn erg decoratief.
In de groenstrook staan enkele jonge bomen met afbladderende schors. Het zijn hopbeuken, maar hier staan twee soorten: de Europese en de Amerikaanse hopbeuk. U kunt ze onderscheiden aan de schors en de vruchtvorm. De Europese hopbeuk heeft hier de meest gladde schors en de Amerikaanse hopbeuk heeft een schors die al in de jonge boom afbladdert in verticale stroken met omhoogslaande randen. De vruchtjes lijken kleine hangende kegeltjes met zachte schubjes. Ze lijken wel wat op hopbellen. Sommige boompjes hebben het zwaar en slaan slecht aan, andere doen het goed en zien er gezond uit.
Aan de rechterkant staan in de tuinen nog een groot uitgegroeide Californische cipres en een hoge ruwe berk. Die laatste staat op de nominatie om te worden gerooid; er moet een kapvergunning voor worden aangevraagd. Eronder staan tweestijlige meidoorns. Hier is de karakteristieke schors van deze kleine bomen goed te zien.
Iets verderop staat op de hoek met de Plesmanlaan een grote oude haagbeuk. In de groenstrook staan nog meer hopbeuken en een grote treurwilg.
Amerikaanse hopbeuk
Op de hoek met de Admiraal de Ruyterlaan staat een grote oude gewone plataan. Ziet u die veelkleurige schors met bulten en hobbels? Aan de overzijde in de tuin staan laagstammen van appels. Vruchtbomen worden tegenwoordig op onderstam gezet om hun groei te beperken, waardoor de appels makkelijker geoogst kunnen worden. Een ander groot voordeel is dat ze eerder volgroeid zijn en vrucht kunnen dragen. Hoogstammen dragen afhankelijk van de variëteit ruwweg na 6-7 jaar na het planten vrucht, laagstammen daarentegen starten vaak al met vruchtdracht na 2-3 jaar.
We gaan linksaf en lopen terug aan de andere kant van het water (8) via het voetpad. In het grasveld bij de twee vechtende hanen staan drie watercipressen en drie ruwe berken.
ruwe berk
Watercipressen lijken veel op de moerascipres, maar hier staan de bladeren netjes tegenover elkaar. Watercipressen werden pas in 1941 ontdekt in China. De zaden werden meegenomen naar het Arnold Arboretum in Boston en van daaruit over de hele wereld verspreid.
Rechts in de tuin staat een Atlasceder en links langs het water weer een treurwilg. En dan komt u bomen tegen, die u nu waarschijnlijk wel herkent als Amerikaanse hopbeuk.
Het pad buigt rechtsaf en u gaat linksaf de Johan de Wittlaan in. Voor de eerste school staan gewone vlier en veldesdoorn. Iets verder vindt u rode kornoelje met nerven die lopen van de bladvoet naar de bladtop. Ertussen staat een gewone vogelkers met ovale dofgroene bladeren en een licht gezaagde bladrand. Hoog erboven uittorenend staan drie hartbladige elzen. Het zijn de schuinstaande bomen. Hoe het komt dat ze zo schuin staan is niet bekend, maar ze zien er gezond uit.
Gewone vogelkers
sierappel
Er staat ook een sierappel, die in het najaar kleine gele appeltjes draagt. Op de hoek van de Karel Doormanlaan staat een eenbladige es.
Rolstoelen gaan hier terug via de Christinalaan, rechtsaf bij de rotonde en daar de Koningin Maximalaan oversteken. U mist dan het stukje Zijdelveld en de oude begraafplaats, maar pakt de route weer op bij deel 10.
En aan het eind van de straat ziet u een goudiep met zijn gelige blad en dichte boomkroon. U gaat de trap op en de brug over. Vergeet niet om even links te kijken, want daar ziet u in de tuin een Japanse notenboom of Ginkgo. Het is jammer dat hij wat verder weg staat, wel kunt u nu mooi de boomvorm zien. Aan het eind van de wandeling komen we er nog een tegen, en dan is hij beter te bekijken.
Bij het fietspad lopen we even ca. 8 meter naar links en kunnen daarna oversteken en via de rood/witte hekjes het Zijdelveld (9) op. Op het paadje naar boven staan aan beide zijden struikjes sneeuwbes. We gaan linksaf. Vooral de groenstrook is hier interessant omdat het zogenaamde vulhout tussen de hoge essen verwildert.
eenstijlige meidoorn
De eenstijlige meidoorn herkennen we aan de kleine gelobde blaadjes. De veldesdoorn heeft handnervig blad en de grootte hiervan kan per boom nogal verschillen. We kwamen hem al eerder tegen. Op een bepaalde plek is de ondergroei ook tot hoog in de boom overgroeid met bruidssluier. In de nazomer kan die met witte sliertige bloemtrossen bloeien. Tegenover nummer 32 staat de peterselievlier, een gewone vlier met extra diep ingesneden blad.
laurierkers
Even verderop staan een aantal wintergroene struiken: de laurierkers en de wilde liguster. Deze struiken worden overal gebruikt als haag en dan sterk gesnoeid. Ongesnoeid in hun natuurlijke vorm gaan ze allebei bloeien en vormen bessen. De laurierkers heeft grote bladeren die leerachtig aanvoelen. De bladeren van de liguster zijn veel kleiner en staan kruiswijs tegenover elkaar.
De kardinaalsmuts, o.a. tegenover nummer 28 en 26, herkent u aan de groene twijgen en de zijtakken, die bijna loodrecht afstaan. Ze staan kruiswijs tegenover elkaar. In april/ mei kan deze struik hellemaal kaalgevreten worden door de stippelmot en als u in deze tijd langs komt dan ziet u alleen spinsel en geen enkel blaadje meer. De plant heeft een groot regeneratievermogen en loopt met Sint Jan vlot weer uit. Indien de bloemen de vraat overleven en zaad kunnen zetten, hangen er in de herfst purperrode doosvruchtjes aan in de vorm van een omgekeerde kardinaalsmuts.
Een andere groenblijvende struik, die ook kan uitgroeien tot hoge boom, is de venijnboom of Taxus. Dat is een naaldboom die rode bessen draagt. Alle delen van de boom zijn giftig, maar tegenwoordig wordt er ook een medicijn tegen kanker uit gedestilleerd.
Het Zijdelhofje op nummer 25 is een oude roomskatholieke begraafplaats, die in gebruik is vanaf 1864. Neemt u er gerust een kijkje, als het hek dicht zit kunt u de ketting optillen over de spijlen. Midden op het terrein staan twee oude Westelijke hemlocksparren een echte bijzonderheid in deze omgeving.
Westelijke hemlockspar
Tegenover nummer 17 en kinderdagverblijf Borus vindt u gewone hazelaar en opslag van zomereik en veldiep. De opslag van veldiep heeft vaak kleinere blaadjes dan de volwassen vorm en kurklijsten op de takken. De bladeren zijn duidelijk scheef aangehecht aan de bladsteel. Ook staat hier weer de kardinaalsmuts, gewone es en een Viburnum soort.
Hier pakken rolstoelen de route weer op.
Aan het einde van het Zijdelveld steken we over en lopen rechts voor het winkelcentrum langs (10). Er staan enkele leiplatanen. We steken het Amstelplein over. Er staan zilveresdoorns op het plein. Na het winkelcentrum gaan we linksaf.
Ginkgo of Japanse notenboom
Rechts naast de snackbar staat een Japanse notenboom of Ginkgo. De blaadjes hebben de vorm van een waaier en de nerven waaieren uit vanaf de bladvoet. Hij is van oorsprong afkomstig uit China (dus niet uit Japan). De plantaardige familie, waartoe de boom behoort, had zijn hoogtepunt tijdens Trias, Jura en Krijt, het tijdperk waarin de dinosauriërs opkwamen en weer verdwenen. Tijdens Tertiair was de Ginkgo de enige overgeblevene van deze familie en hij kwam over het hele noordelijk halfrond voor. Daarna heeft hij het alleen overleefd door aanplant bij tempelgebouwen vooral in Japan en is rond 1730 naar Europa overgebracht. Daarna raakte hij weer over de hele wereld verspreid.
Nu zijn we weer terug op ons startpunt achter het winkelcentrum.
Bomenlijst wandeling oude dorp, route 2
- Acer campestre Spaanse aak of veldesdoorn 1, 2, 5, 8, 9
- Acer platanoides Noorse esdoorn, rode var. 2
- Acer palmatum Japanse esdoorn 7
- Acer pseudoplatanus Gewone Esdoorn 2, 3
- Acer saccharinum Witte of Zilveresdoorn 10
- Aesculus hippocastanum Witte paardenkastanje 1, 3
- Alnus cordata Hartbladige els 8
- Alnus glutinosa Zwarte els 1, 5
- Alnus x spaethii Grootbladige els 4
- Betula pendula Ruwe berk 7, 8
- Betula pubescens Zachte berk 4
- Catalpa bignonioides Grote trompetboom 2
- Carpinus betulus Haagbeuk 7
- Cedrus atlantica ‘Glauca’ Blauwe atlasceder 4, 8
- Cedrus libani Libanonceder 6
- Chamaecyparis lawsoniana Californische cipres 7
- Chamaecyparis nootkatensis ‘Pendula’ Nootkacipres 3
- Cornus sanguinea Rode kornoelje 2, 5, 8
- Corylus avellana Hazelaar 9
- Corylus colurna Boomhazelaar 3
- Crataegus laevigata Tweestijlige meidoorn 7
- Crataegus monogyna Eenstijlige meidoorn 9
- Euonymus europaea Kardinaalsmuts 9
- Ficus carica Vijg 5
- Fagus sylvatica Beuk 1
- Fagus sylvatica ’Atropurpurea’ Bruine beuk 2
- Fraxinus angustifolia Smalbladige es 5, 7
- Fraxinus excelsior Gewone es 1, 5, 9
- Fraxinus excelsior ’Diversifolia’ Eenbladige es 5, 8
- Ginkgo biloba Japanse notenboom 8, 10
- Ilex aquifolium Scherpe hulst 3, 6
- Ligustrum vulgare Gewone liguster 9
- Liquidambar styraciflua Amberboom 4
- Malus sp Appel 7
- Malus sp Sierappel 8
- Malus floribunda Japanse wilde appel 6
- Metasequoia glyptostroboides Watercipres 8
- Olea europaea Olijf 1
- Ostrya carpinifolia Europese hopbeuk 7
- Ostrya virginiana Amerikaanse hopbeuk 7, 8
- Parrotia persica Perzisch ijzerhout 3
- Picea orientalis Kaukasische spar 5
- Polygonum baldschuanicum Bruidssluier 9
- Populus canescens Grauwe abeel 6
- Platanus x hybrida Gewone plataan 5, 7, 9
- Prunus laurocerasus Laurierkers 9
- Prunus padus Gewone vogelkers 8
- Prunus serotina Amerikaanse vogelkers 7
- Prunus serrulata ‘Kanzan’ Japanse sierkers 3, 5
- onderstam Prunus avium
- Prunus padus Gewone vogelkers 8
- Pterocarya fraxinifolia Gewone vleugelnoot 3
- Pyracantha Vuurdoorn 1
- Quercus robur Zomereik 3, 9
- Quercus robur ‘Fastigiata’ Zuilvormige zomereik 3
- Rosa sp Roos 2
- Salix alba ’Tristis’ Treurwilg 1, 2, 4, 7, 8
- = S. alba var. Vitellina ’Pendula’
- Salix cinerea Grauwe Wilg ??
- Salix matsudana ‘Tortuosa’ Kronkelwilg 6
- Sambucus nigra Gewone vlier 1, 3, 6, 8
- Sambucus nigra ‘Laciniata’ Peterselievlier 1, 9
- Symphoricarpos albus Sneeuwbes 9
- Taxus baccata Venijnboom 9
- Taxodium distichum Moerascipres 3, 6
- Thuya occidentalis Westerse levensboom 6
- Tilia cordata Kleinbladige linde 2
- Tilia tomentosa Zilverlinde 1
- Tilia x vulgaris Hollandse linde 1
- Tilia x vulgaris ‘Pallida’ Koningslinde 3
- Tsuga heterophylla Westelijke hemlockspar 9
- Ulmus minor Veldiep 9
- Ulmus hollandica ’Wredei’ Goudiep 8
- Ulmus ‘Columella’ Zuilvormige iep 5
- Viburnum sp. Sneeuwbal 9
- Viburnum plicatum Japanse sneeuwbal 3
Volg ons