Nadere Regels subsidie VE peuteropvang gemeente Uithoorn

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Uithoorn

Gelet op titel 4.2 van de Algemene Wet Bestuursrecht, artikel 2 van de Algemene subsidieverordening
Uithoorn 2012 en Beleidsregel 4: Opgroei- en opvoedondersteuning.

Artikel 1: Begripsomschrijvingen

  • Brede doelgroep VE: Hieronder vallen alle kinderen van 2,5 tot 4 jaar in de gemeente Uithoorn waarvan tenminste één van de onderstaande criteria van toepassing is: 
  1. Laag opleidingsniveau. De ouders/verzorger die belast is met de dagelijkse verzorging heeft minder dan twee jaar vervolgonderwijs genoten na het basisonderwijs.
  2. Kinderen die door hun (taal-)omgeving het risico lopen op vroege achterstanden in de Nederlandse taal. Dit hoeven niet automatisch kinderen te zijn met een andere thuistaal.
  3. Peuters waarvan een door het college aan te wijzen instantie, op basis van de omgevingsanalyse, een risico ziet m.b.t. achterstand in één of meerdere ontwikkelingsgebieden (motorische ontwikkeling, sociaalemotionele ontwikkeling, zelfredzaamheid) bij het kind die van invloed zijn op de spraakontwikkeling.
  • Burgerservicenummer: Uniek persoonsnummer dat iedereen krijgt die ingeschreven staat in de Basisregistratie Personen (BRP).
  • College: Het college van burgemeester en wethouders gemeente Uithoorn.
  • Doelgroepkinderen: Kinderen uit de Brede doelgroep VE.
  • Gemeente: Gemeente Uithoorn.
  • Houder: Degene aan wie een onderneming als bedoeld in de Handelsregisterwet toebehoort en die met die onderneming een locatie voor kinderopvang exploiteert en die staat vermeld in het LRK.
  • Inkomensverklaring: Een officiële verklaring (voorheen IB60) van de Belastingdienst met daarop de inkomensgegevens van een bepaald belastingjaar.
  • Kinderopvang: Het bedrijfsmatig of anders dan om niet verzorgen, opvoeden en bijdragen aan de ontwikkeling van kinderen tot de eerste dag van de maand waarop het voortgezet onderwijs voor die kinderen begint.
  • Kinderopvangtoeslag: De tegemoetkoming van het Rijk, uitgekeerd via de Belastingdienst aan ouders, bedoeld als bijdrage in de kosten voor ouders voor in het LRK geregistreerde kinderopvang.
  • Kindplaats: Plaats binnen de kinderopvang, niet zijnde gastouderopvang, bestemd voor peuters vanaf 2,5 jaar tot het moment dat zij starten met de basisschool van maximaal 8 uur per week gedurende 40 weken per jaar (320 uren per jaar).
  • Landelijk maximum uurtarief: Het maximum uurtarief dat het ministerie van SZW hanteert voor de kinderopvangtoeslag voor dagopvang.
  • LRK: Landelijk Register Kinderopvang; het register waarin kinderopvanglocaties zijn opgenomen die voldoen aan de wettelijke kwaliteitseisen.
  • Nadere Regels: Nadere Regels subsidie VE peuteropvang gemeente Uithoorn.
  • Ouderbijdrage: Financiële vergoeding die de ouders moeten betalen bij afname van een kindplaats of een VE-kindplaats.
  • Ouders: Ouder(s) of verzorger(s) van de peuter.
  • Peuteropvang: Kinderopvanglocatie met uitsluitend kindplaatsen en VE-kindplaatsen.
  • VE: Voorschoolse educatie
  • VE-programma: Een erkend voorschools programma waarin op een gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd van kinderen op het gebied van rekenen, taal, motoriek, en sociaal- emotionele ontwikkeling.
  • VE-kindplaats: Plaats binnen de kinderopvang, niet zijnde gastouderopvang, bestemd voor doelgroeppeuters van 2,5 jaar tot het moment dat zij starten met de basisschool van tenminste 960 uren.
  • Voorschoolse educatie: Uitvoering van een door het college gesubsidieerd VE-programma dat is gericht op het verbeteren van de startsituatie voor de basisschool.

Artikel 2: Aanwijzen indicerende instantie

  1. Het college wijst het consultatiebureau (GGD) aan als instantie die de indicatie afgeeft voor VE.
  2. Het indiceren voor VE door het consultatiebureau kan via een regulier consultatiebureaubezoek of na een verzoek van een zorginstantie of kinderopvangaanbieder om een kind extra op te roepen naar aanleiding van geconstateerde zorg op het gebied van (taal)ontwikkeling. Het regionaal vastgestelde protocol is leidend in deze.

Artikel 3: De subsidieaanvraag

  1. Subsidieaanvragen kunnen uitsluitend worden ingediend voor locaties die als kinderdagverblijf met aanbod van VE staan vermeld in het LRK en die gevestigd zijn in de gemeente Uithoorn.
  2. De jaarlijks vast te stellen beleidsregels VE (Opgroei en opvoedondersteuning, beleidsregel 6) zijn leidend voor de subsidieaanvraag.
  3. De aanvraag dient te worden gedaan op basis van een reële inschatting van het aantal bezette (VE-)kindplaatsen en de te factureren ouderbijdragen.
  4. Voor de aanvraag wordt gebruik gemaakt van een vooraf gepubliceerd format.

Artikel 4: De grondslag voor het subsidie

  1. Het college stelt jaarlijks de beleidsregels en het subsidieplafond vast onder voorbehoud van goedkeuring door de gemeenteraad.
  2. Het uurtarief en de VE-jaarbedragen worden jaarlijks geïndexeerd met de index die het ministerie van SZW gebruikt voor de uurtarieven van de kinderopvangtoeslag, tenzij het college om gegronde reden besluit om hiervan af te wijken.
  3. De grondslag voor de subsidie is het werkelijk aantal bezette (VE-)kindplaatsen en de werkelijk gefactureerde ouderbijdragen.
  4. Het college subsidieert de volgende subsidiebedragen:
  • a. per bezette kindplaats voor ouders die geen recht hebben op kinderopvangtoeslag, maximaal 320 uren per jaar maal het door de houder gehanteerde uurtarief minus de in rekening gebrachte ouderbijdrage;
  • b. per bezette VE-kindplaats voor ouders die geen recht hebben op kinderopvangtoeslag: 320 uren per jaar maal het door de aanbieder gehanteerde uurtarief minus de in rekening gebrachte ouderbijdrage plus 320 uur per jaar maal het landelijk maximum uurtarief;
  • c. per bezette VE-kindplaats voor ouders met recht op kinderopvangtoeslag 320 uur per jaar maal het landelijk maximum uurtarief;
  • d. per bezette VE-kindplaats een aanvullende subsidie (VE-jaarbedrag) voor de meerkosten van het aanbod van VE (inclusief de pedagogisch beleidsmedewerker VE). 

    5. Houders innen zelf de ouderbijdragen en zijn verantwoordelijk voor het bijbehorende risico van niet-betalers. Voor de inkomensafhankelijke ouderbijdrage wordt de adviestabel van de VNG gehanteerd, ingevuld met het door houder gehanteerde uurtarief.

Artikel 5: Bijzondere bepalingen en verplichtingen betreffende de houder

  1. Houder is verplicht doelgroepkinderen voorrang te geven bij de plaatsing van peuters op beschikbaar gekomen kindplaatsen en VE-kindplaatsen.
  2. Houder heeft een inspanningsverplichting om ouders van doelgroepkinderen in de hele dagopvang te stimuleren om een tweede dag per week af te nemen. Dit geldt ook voor locaties met dagopvang zonder VE-aanbod.
  3. De kindplaatsen en VE-kindplaatsen zijn bestemd voor (doelgroep)kinderen die woonachtig zijn in de gemeente Uithoorn.
  4. Houder neemt deel aan de gemeentelijke toeleiding voor registratie en levert daartoe de benodigde informatie.
  5. Houder verschaft op verzoek informatie aan het college, het Ministerie van OCW of aan andere door de gemeente aangewezen instanties.
  6. In het kader van verantwoording en vaststelling van de subsidie, overlegt houder de verantwoording voor 1 mei volgend op het jaar waarvoor de subsidie geldt. De verantwoording van de ouderbijdragen maakt hier deel van uit. Voor de eindverantwoording wordt gebruik gemaakt van een door het college vastgesteld format.
  7. Houder voldoet aan alle relevante juridische voorwaarden en regelingen die buiten deze Nadere Regels van toepassing zijn. Het niet voldoen aan deze Nadere Regels, de genoemde wettelijke regelingen of andere relevant juridische voorwaarden en regelingen leidt tot afwijzing van het subsidieverzoek, intrekking en/of invordering van reeds betaalde subsidie.
  8. Houder beschikt over onderliggende gegevens en kan deze indien gewenst, binnen een redelijke termijn beschikbaar stellen aan het college. Het gaat daarbij onder meer om:
  • a. een door de ouders ondertekend contract met daarin de namen, adres(sen) en BSN van ouders;
  • b. naam, geboortedatum en BSN van de kinderen waarop de aanvraag betrekking heeft;
  • c. een ‘Verklaring geen recht op Kinderopvangtoeslag’ (als bijlage bij deze Nadere Regels opgenomen) en een Inkomensverklaring van de niet-werkende ouder, voor ouders die geen recht hebben op kinderopvangtoeslag;
  • d. inkomensgegevens van ouders die geen recht hebben op kinderopvangtoeslag middels recente Inkomensverklaringen of een kopie van de definitieve aangifte van de inkomstenbelasting van het voorgaande jaar;
  • e. indien het gaat om een VE-peuterplaats: een bewijs van indicatiestelling voor VE van het Consultatiebureau JGZ (Jeugdgezondheidszorg).

   9. Het college kan overige gegevens opvragen die het college nodig acht om te kunnen besluiten over de aanvraag.

Artikel 6: Bijzondere bepalingen en verplichtingen betreffende de inhoud

  1. Houder werkt mee aan de uitvoering van het gemeentelijk beleid met betrekking tot de ontwikkeling van jonge kinderen.
  2. Houder heeft een inspanningsverplichting om met de andere aanbieders van gesubsidieerde peuteropvang periodieke afstemming te hebben over eenduidigheid en kwaliteit van het aanbod van de kinderopvang in de gemeente.
  3. Houder heeft een inspanningsverplichting om doelgroepkinderen zoveel mogelijk te bereiken.
  4. Houder plaatst uiterlijk op 1 januari de voor dat jaar geldende ouderbijdragetabel, op basis van het eigen uurtarief, voor ouders zonder recht op kinderopvangtoeslag op een eenvoudig vindbare plek op de eigen website. Deze tabel kan uit het eigen ingevulde aanvraagformat worden overgenomen.
  5. De aanbieder voldoet aan het volgende:
  • a. op alle peuteropvang locaties wordt een VE-programma aangeboden ongeacht of er doelgroepkinderen aanwezig zijn;
  • b. houder draagt zorg voor een goede overdracht van niet-doelgroepkinderen en een warme overdracht van doelgroepkinderen naar de basisschool, daarbij gebruik makend van het
  • c. uniform overdrachtsformulier van gemeente Uithoorn;
  • d. doelgroepkinderen die zorg nodig hebben worden doorverwezen naar een instantie die voor hen passende zorg kan bieden.
  • e. de betrokkenheid van ouders wordt aantoonbaar en waar mogelijk vergroot;
  • f. houder zal proactief samenwerking zoeken met partners binnen Uithoorn, zoals gemeente, onderwijs, welzijn en overige kinderopvang organisaties.
  • g. de onder f genoemde samenwerking heeft betrekking op verticale en horizontale vormen van samenwerking, bijvoorbeeld bij de afstemming van scholing, het maken van resultaatafspraken, de aanschaf van materiaal en systemen.

Artikel 7: De subsidie vaststelling

  1. De vaststelling van het subsidie vindt plaats op basis van het daadwerkelijke gebruik van kindplaatsen en VE-kindplaatsen gedurende dat jaar of een gedeelte van dat jaar, tegen het door houder gehanteerde uurtarief, het aantal uren dat per peuter gebruik van is gemaakt en de gefactureerde ouderbijdragen. De subsidie per uur is nooit hoger dan het door het college vastgestelde maximum uurtarief. Daartoe registreert de aanbieder de volgende gegevens per locatie:
  • a. het aantal doelgroep- en niet-doelgroepkinderen, uitgesplitst naar ouders met en zonder recht op kinderopvangtoeslag;
  • b. het aantal uren dat doelgroep- en niet-doelgroepkinderen gebruik maken van de peuteropvang gedurende de subsidieperiode, uitgesplitst naar kinderen van ouders met en zonder kinderopvangtoeslag;
  • c. de gefactureerde ouderbijdragen per kind. 

   2. Het definitieve subsidiebedrag kan nooit hoger worden dan het verleende bedrag.

Artikel 8: Weigeringsgronden 

Onverminderd de subsidievoorwaarden als opgenomen in deze Nadere Regels, kan de subsidie worden geweigerd indien:

  1. Voor één van Uithoornse vestigingen van de houder vanaf het moment van subsidieaanvraag tot het moment van subsidieverlening bestuursrechtelijke handhaving van kracht is of wordt.
  2. Het door het college, onder voorbehoud van goedkeuring door de gemeenteraad, vastgestelde subsidieplafond is bereikt. Zie artikel 10.

Artikel 9: Verlening van het subsidie

  1. Het college besluit over de aanvraag van subsidie voor kindplaatsen, VE-kindplaatsen binnen 13 weken na ontvangst van alle benodigde gegevens.
  2. Het college kan dit besluit met ten hoogste zes weken verdagen. Het college stelt de houder hiervan schriftelijk in kennis.
  3. De beschikking van de subsidie voor kindplaatsen en VE-kindplaatsen bevat in ieder geval:
  • a. de soort opvang waarvoor de subsidie wordt gegeven;
  • b. de periode en het aantal kindplaatsen en VE-kindplaatsen waarvoor de subsidie wordt gegeven;
  • c. de voorwaarden en verplichtingen waaraan de aanvrager moet voldoen;
  • d. de wijze waarop de subsidie wordt betaald;
  • e. de wijze waarop de subsidie wordt vastgesteld.

Artikel 10: Plafond in de begroting

Het college kan een plafond in de begroting vaststellen voor het subsidie van de kindplaatsen en VE – kindplaatsen onder voorbehoud van goedkeuring van dit plafond door de gemeenteraad.

  1. Indien meer subsidie wordt aangevraagd dan het plafond aangeeft, geldt dat toekenning plaatsvindt naar evenredigheid van op de uiterste indieningsdatum ontvangen complete aanvragen.

Artikel 11: Citeertitel

Nadere Regels subsidie VE peuteropvang gemeente Uithoorn

Artikel 12: Reikwijdte

Deze Nadere Regels zijn van toepassing op alle subsidies die het college verstrekt voor de doelgroepkinderen VE en peuters vanaf 2,5 jaar waarvan de ouders/verzorgers geen kinderopvangtoeslag ontvangen.

Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders d.d. ……………….
Burgemeester en wethouders van Uithoorn,
de secretaris, de burgemeester,